S4A Geassocieerde onderzoekers
Geert Janssens Universiteit Gent
Wilde dieren hebben het wereldwijd zwaar te verduren door milieuvervuiling, klimaatverandering en versnippering van hun leefgebied. Biodiversiteit – de verscheidenheid in organismen die onze wereld bewonen – is nochtans van cruciaal belang om de natuur in balans te houden, inclusief alle voordelen die de natuur heeft voor de mens. De veranderingen in hun leefgebied veroorzaken ook wijzigingen in hun voedselweb, waardoor ze niet langer een optimaal dieet kunnen vergaren. Dit is vaak de oorzaak voor een verhoogde ziektegevoeligheid, een kortere levensduur en verminderde voortplanting. Een goede kennis van de natuurlijke voeding van wilde dieren vormt de eerste stap in het vinden van oplossingen. Om diersoorten de kans te geven op overleving is het soms nodig om ze in dierentuinen of andere conservatiecentra te houden en te kweken. Omdat er vaak niet genoeg onderzoek gebeurde naar de samenstelling van de voeding in de natuur, blijven ook daar problemen met voeding bestaan. Enkele voorbeelden van gezondheidsproblemen ten gevolge van inadequate voeding, zijn nieraandoeningen bij jachtluipaarden, ijzerstapelingsziekte bij zwarte neushoorns, skeletafwijkingen bij reptielen en amfibieën, en vooral ook overgewicht en obesitas bij zowat alle diersoorten. Die laatste aandoening is verantwoordelijk voor problemen met diabetes, ontstekingen en hart- en vaatziekten bij deze al kwetsbare dieren. S4A-geassocieerd onderzoeker Geert Janssens wil om die redenen meer onderzoek doen naar de natuurlijke voeding van wilde dieren, en hiermee oplossingen aanreiken waarmee deze dieren zowel onder conservatie als in het wild een betere kans op een gezond leven krijgen. Hij bestudeert hoe de mens een invloed heeft (gehad) op het dieet van wilde dieren, en bekijkt hoe we een stap terug in de goeie richting kunnen zetten van een gezondere voeding voor deze dieren. Zijn team bestudeert hiervoor een brede range aan diersoorten: dit kan gaan van de natuurlijke voeding van kikkers en hoe veranderingen daarin een invloed hebben op hun gezondheid tot de invloed van dierlijke vezel en structuur in de voeding van jachtluipaarden. Hij gebruikt hiervoor graag het principe van “comparatieve voeding”, wat betekent dat er veel te leren valt over de natuurwetten inzake voeding wanneer diersoorten met elkaar worden vergeleken. Een studie bij één of enkele diersoorten kan daarom veel meer betekenen dan enkel voor die soorten.
CV van Geert
Prof. Geert Janssens doceert dierenvoeding aan de dierenartsstudenten van Universiteit Gent. Zijn onderzoek focust op de rol en functie van het maagdarmkanaal, hoe via de voeding het energiemetabolisme van het dier beïnvloedt kan worden en hoe de mineralenhuishouding in het lichaam van dieren werkt. Hij ziet in de vergelijkende diervoeding een grote meerwaarde, de voeding en fysiologie van zowel wilde als gehouden dieren heeft daarbij zijn interesse. Hij is daarom ook betrokken bij de "Comparative Nutrition Society".
Gelieve bij overschrijving uw naam en bedrijf te vermelden.
Alvast bedankt voor uw steun.
Wouter Hendriks Wageningen Universiteit & Universiteit Utrecht
Van nature nieuwsgierig naar de werking van mens, dier en machine, begon Wouter zijn studie Dierwetenschappen aan de Wageningen Universiteit in 1987. Tijdens zijn stage in Nieuw-Zeeland ontving hij de uitnodiging om een PhD te doen aan Massey University, en wel in de zojuist geopende kattenunit. De beslissing was snel genomen! In zijn promotieonderzoek ontwikkelde hij een model om de aminozuurbehoefte van katten te bepalen en stuitte op het kleine maar nog vrijwel onbekende component felinine. Een klein bedrag werd door zijn supervisor gereserveerd voor verder onderzoek hierin; het bleek de beste investering ooit. Dat onderzoek met katten veeleisend kan zijn ontdekte hij snel; zie die katten maar eens over te halen een bepaald voer te eten en hun ontlasting te doen op een kattenbak met gazen bodem. Maar de aanhouder wint en het resultaat van 4 jaar onderzoek was een proefschrift met 9 gepubliceerde artikelen. Na zijn promotie werd hij aangesteld als directeur van de kattenunit en in 2000 werd hij hoofd van de Animal Nutrition & Physiology group op Massey. In 2005 kwam hij met zijn gezin weer terug naar Nederland om als hoogleraar Diervoeding aan Wageningen Universiteit de vakgroep te leiden. In 2008 werd hij bij de Faculteit Diergeneeskunde aangesteld als de hoogleraar Voeding. Zijn werk is het beste te omschrijven als vooruitstrevend, doelgericht en met visie. Wouter heeft thuis altijd katten om zich heen gehad. Op dit moment wordt hij dagelijks gewekt door twee hongerige katten, Tika en Sint Ab, en een knuffelgrage hond Mitch.
CV van Wouter
Prof. Dr ir. Wouter Hendriks heeft rond dit schrijven 300+ wetenschappelijke artikelen, boekhoofdstukken en conferentie-proceedings op zijn naam staan. Naast het managen van de vakgroep Diervoeding, geeft hij les, voert onderzoek uit en coördineert diverse interdisciplinaire projecten. Hij wordt regelmatig uitgenodigd voor conferenties, commissies en samenwerking met bedrijven of andere vakgebieden op de universiteit.
Gelieve bij overschrijving uw naam en bedrijf te vermelden.
Alvast bedankt voor uw steun.
Dennis Oonincx Wageningen University
Op tienjarige leeftijd kreeg ik mijn eerste (kouseband)slangen van Sinterklaas. In de jaren daarna groeide mijn passie voor reptielen. Na een aantal jaar geholpen te hebben in een dierenwinkel groeide ook het aantal dieren in mijn collectie en kwamen de eerste kweeksuccessen. Ik besloot in 2002 dat ik echt wilde weten hoe deze dieren gehouden en verzorgd moeten worden en ging Dierwetenschappen studeren aan Wageningen University. Hier kreeg ik de kans om te onderzoeken wat de voedingswaarde was van de sprinkhanen die ik op mijn studentenkamer kweekte en studeerde ik af op de vitamine D behoefte van (mijn) opgroeiende baardagamen. Ik zie huisvesting en voeding als de twee belangrijkste pijlers voor het goed houden van dieren. Als onderzoeker in Wageningen heb ik me dan ook op deze twee aspecten gericht. Inmiddels heb ik hobbymatig enkele tientallen soorten slangen, hagedissen en insecten gehouden en gekweekt. Vakanties breng ik graag door in tropische landen samen met mijn vriendin (ontmoet op een reptielenbeurs). Hier gaan we op zoek naar de lokale herpetofauna om deze te fotograferen en om meer te leren over hun ecologie.
CV van Dennis
Dr. Ir. Ing Dennis Oonincx is na zijn studie Dierwetenschappen gepromoveerd bij het Laboratorium van Entomologie (Wageningen University) op duurzaamheid van insectenproductiesystemen en effecten van dieet op de samenstelling van insecten. Vervolgens is hij als onderzoeker aangesteld en werkt hij aan verschillende aspecten van voeding van insecten en insecten als voeding. Daarnaast heeft hij verschillende studies gedaan naar vitamine D synthese in reptielen. Zijn bevindingen deelt hij op wetenschappelijk congressen en via presentaties voor hobbyhouders.
Gelieve bij overschrijving uw naam en bedrijf te vermelden.
Alvast bedankt voor uw steun.
Femke Schaafstra HAS Hogeschool
Dieren hebben altijd centraal gestaan in mijn leven. Al op jonge leeftijd speelde ik met de hond, verschillende katten en konijnen. Op 9-jarige leeftijd kwam daar ook nog een Fries paard bij. In de jaren daarna werd de paardenstapel uitgebreid met een aantal merries en veulens en mijn passie voor paarden groeide. De studie Nederlandse landbouw en veehouderij met afstudeerrichting Paardenhouderij aan de internationale Hogeschool Larenstein was een logisch gevolg. Tijdens deze studie werd mij duidelijk dat juiste voeding een belangrijke rol speelt in het welzijn van dieren. Maar wat is nu eigenlijk juiste voeding? Om antwoord op deze vraag te krijgen, besloot ik om de opleiding Zoötechniek met de specialisatie Veevoeding aan Wageningen Universiteit te volgen. Tijdens deze studie probeerde ik om mezelf zoveel mogelijk te specialiseren in het paard en de relatie tussen voeding en gezondheid te bestuderen. Na de studie ben ik een zestal jaren werkzaam geweest in de petfoodindustrie. In 2009 ben ik begonnen als docent diervoeding bij HAS Hogeschool. In dat jaar was ik ook begonnen als parttime pro-deo promovenda bij de afdeling Voeding, faculteit Diergeneeskunde, Universiteit Utrecht, waar ik het gebruik van titaniumdioxide als verteerbaarheidsmarker in paarden heb onderzocht. In mijn huidige baan kan ik mijn passie voor en kennis over voeding gebruiken om studenten bewust te maken van het feit dat voeding een belangrijke rol speelt in het welzijn van dieren. Naast mijn werk ben ik thuis actief bezig met de verzorging en voeding van zes Welsh-pony’s, mijn paard en twee katten.
CV van Femke
Dr. ir. Femke Schaafstra is gekwalificeerd hogeschooldocent en verzorgt onderwijs op het gebied van diervoeding op HAS Hogeschool te ’s-Hertogenbosch en Venlo. Naast deze onderwijstaken is een van haar taken het begeleiden van studenten tijdens het uitvoeren van onderzoek in diverse jaren van de opleiding.
Gelieve bij overschrijving uw naam en bedrijf te vermelden.
Alvast bedankt voor uw steun.
Myriam Hesta Universiteit Gent
Reeds op zeer jonge leeftijd werd mijn liefde voor dieren duidelijk voor mijn omgeving. Er was ook een variatie aan dieren om te verzorgen en te vertroetelen: kippen, konijnen, katten, een hond en na veel aandringen ook een pony. Toen ik wat ouder werd, ging mijn aandacht vooral naar de zwakkere dieren en elke zwerfkat in nood werd met de nodige aandacht verzorgd. Het was dan ook geen verrassing toen ik rond de leeftijd van 12-13 jaar verkondigde dat ik dierenarts wou worden. Tijdens mijn studies liep ik op elk vrij moment mee met een praktijkdierenarts om zo veel mogelijk bij te leren en mijn praktische ervaring te vergroten. Het is ook toen dat mijn interesse in de voeding gegroeid is.
Ik aarzelde dan ook niet toen ik als pas afgestudeerde dierenarts kon starten met doctoraatsonderzoek op de dienst voeding van de faculteit dierengeneeskunde in Gent. Tegelijkertijd werd ook gestart met voedingsconsultaties voor honden en katten; in een later stadium volgende ook de dienst paardenvoeding waar zowel dierenartsen als paardeneigenaars terecht kunnen voor voedingsadvies. Die combinatie van klinische voedingsadviezen, onderzoek en ook onderwijs aan dierenartsenstudenten zorgden voor de ideale cocktail en leidde in 2001 tot de titel van Europees specialist in dierenvoeding (Dip ECVCN; European College of Veterinary and Comparative Nutrition). In 2003 behaalde ik mijn doctoraatsdiploma met als topic ‘effect van prebiotica op de gezondheid van katten en honden’. Momenteel ben ik hoofddocent aan hetzelfde labo en begeleid ik verschillende doctoraatsstudenten en residents (dierenartsen die specialiseren in voeding van gezelschapsdieren).
In mijn onderzoek zoek ik samen met mijn team vooral naar oplossingen voor de obesitas epidemie bij hond, kat en paard waarbij deze dieren soms ook als model voor de mens gebruikt worden, gezien de vele gelijkenissen. Een 2° pijler richt zich op het effect van voeding op darmgezondheid waarbij via de modernste technieken getracht wordt een inzicht te verkrijgen in de fascinerende wereld van het microbioom en metaboloom. Vergelijkingen tussen verschillende gezelschapsdieren maar ook wilde carnivoren, kunnen bijkomende inzichten opleveren. Ook wordt er aandacht besteed aan de natuurlijke voedingsgewoonten van katten, honden en paarden. Resultaten kunnen mogelijks ook interessant zijn voor de voeding van de mens: katten lijden in tegenstelling tot de mens, zelden aan colonkanker ondanks een natuurlijk dieet dat rijk is aan rood vlees en weinig vezel bevat. Een dieper inzicht in het onderliggende mechanisme kan mogelijks ook interessant zijn voor de mens.
Ook thuis zijn dieren alom tegenwoordig, een passie die met veel plezier doorgegeven worden aan mijn 2 zonen. Hiervoor zorgen Titus en Padder (katten), Lahkiy (hond), Akitah en Bianca (paard en pony)
CV van Myriam
Prof. dr. Myriam Hesta is verantwoordelijk voor de voeding van gezelschapsdieren (honden, katten en paarden) aan de faculteit diergeneeskunde in Gent. Zij geeft les aan studenten diergeneeskunde in verschillende jaren inclusief de klinische voeding. Daarnaast is ze lid van tal van wetenschappelijke comités. Ze is tevens past president van de European College of Veterinary and Comparative Nutrition die de Europese specialisatie in vergelijkende en veterinaire voeding inricht. Haar belangrijkste onderzoeksthema’s zijn obesitas, voeding en gastrointestinale gezondheid en nutritionele effecten op immuniteit bij gezelschapsdieren (honden, katten en paarden) en wilde carnivoren. Ze is ook een frequent gevraagd spreker op internationale congressen en symposia. Myriam Hesta wordt internationaal herkend voor haar expertise in de voeding van gezelschapsdieren en paarden. Daarnaast probeert zij ook haar steentje bij te dragen voor een gezondere voeding voor elk dier door het geven van voordrachten voor eigenaars van gezelschapsdieren en interviews/artikels in kranten en magazines.
Gelieve bij overschrijving uw naam en bedrijf te vermelden.
Alvast bedankt voor uw steun.
Wilbert Pellikaan Wageningen Universiteit
Ik ben geboren in Heerenveen waar ik van jongs af aan het wel en wee van het agrarische leven meekreeg. Op mijn twaalfde kwam ik terecht op het entrainement van Dhr. T. Smeding en maakte ik kennis met de Draf- en Rensport. Gedurende 10 jaar is het werken in de harddraverij mijn passie geweest. Na het volgen van de middelbare landbouwschool en agrarische hogeschool heb ik uiteindelijk de opleiding Zoötechniek afgerond aan de toenmalige Landbouwuniversiteit Wageningen. Inmiddels ben ik al geruime tijd werkzaam aan de Leerstoelgroep Diervoeding bij Wageningen Universiteit als onderzoeker waar ik ook mijn promotieonderzoek heb uitgevoerd. Tijdens mijn promotieonderzoek heb ik mijn vrouw leren kennen en ben inmiddels de trotse vader van 3 dochters. Tijdens mijn studie en eerste deel van mijn carrière heb ik mij vooral gericht op onderzoek naar de voeding van rundvee en maagdarmgezondheid bij varkens. Ik ben in het bijzonder geïnteresseerd in opnamegedrag van kleine en grote herkauwers en paarden en het modelmatig onderzoeken van de effecten van voedermiddelen op het maagdarmkanaal. Ik heb o.a. een model ontwikkeld voor rundvee dat de effecten van voedermiddelen op methaanvorming in de pens van de koe kan voorspellen. Door mijn vrouw en dochters ben ik opnieuw in aanraking gekomen met de paardenhouderij. Daarnaast zijn steeds meer studenten Dierwetenschappen geïnteresseerd in paarden en andere niet-productiedieren. Dit heeft ertoe geleid dat ik de kennis die ik heb opgedaan bij andere diersoorten nu voor paardspecifieke projecten kan inzetten.
CV van Wilbert
Een overzicht van het onderzoek en publicaties van Wilbert kan o.a. hier gevonden worden.
Gelieve bij overschrijving uw naam en bedrijf te vermelden.
Alvast bedankt voor uw steun.
Guido Bosch Wageningen University
Van kleins af aan ben ik gefascineerd door het dierenrijk en begaan met dieren. Buiten was ik op zoek naar kikkervisjes en salamanders en thuis was ik druk met onze hamster en katten. Ook door bezoekjes aan dierentuinen en de vele documentaires van David Attenborough en Jacques Cousteau leerde ik meer over dieren in alle uithoeken van de wereld. Hoe dieren in de natuur weten te overleven door ingenieuze aanpassingen in vorm en gedrag vond ik vooral interessant. In de studie Zoötechniek (tegenwoordig Dierwetenschappen) kon ik mijn interesse in de biologie van dieren combineren met mijn zorg voor dierwelzijn. Naast gedrag leerde ik ook over de voeding van dieren. Voeding is essentieel voor groei en gezondheid, maar heeft ook invloed op gedrag. Tijdens mijn promotieonderzoek heb ik dit bij honden onderzocht. Vanaf 2009 ben aangesteld als onderzoeker bij de leerstoelgroep Diervoeding. Onderwerpen waar ik aan werk zijn de vertaling van ecologie naar voeding van dieren, invloed van voeding op eetlust bij katten en de kwaliteit van (nieuwe) grondstoffen en voeders voor honden en katten. Naast mijn werk ben ik thuis natuurlijk ook bezig met de voeding en het gedrag van Gizmo, onze 16 jaar oude kater.
CV van Guido
Dr.ir. Guido Bosch is (co-)auteur van meer dan 50 artikelen in wetenschappelijke tijdschriften en heeft een verscheidenheid aan lezingen op internationale conferenties en seminars verzorgd. Hij is gekwalificeerd universitair docent en verzorgt onderwijs op het gebied van diervoeding op Wageningen University. Hiernaast begeleidt hij met regelmaat studenten gedurende hun onderzoek en afstudeerscriptie.
Gelieve bij overschrijving uw naam en bedrijf te vermelden.
Alvast bedankt voor uw steun.
Projecten
Voedingswaarde, kwaliteit en conservering van voedermiddelen voor dierentuindieren
Om dierentuindieren het hele jaar te voeren is het belangrijk om het hele jaar voedermiddelen te kunnen voeren die aansluiten bij de nutriëntbehoefte en natuurlijk opnamegedrag van het dier. Omdat voedermiddelen in de praktijk niet altijd het hele jaar beschikbaar zijn dienen alternatieve voedermiddelen of voeder strategieën gevonden te worden om deze dieren zo goed mogelijk naar hun natuurlijke behoeftes te voeren. Omdat meerdere onderzoekers en instellingen zich met dit thema bezighouden staat hieronder een voorbeeld van een project dat in dit kader gesteund wordt door Stichting Science4Animals
Project: Het inkuilen van bladeren en twijgen als oplossing voor “wintervoeding” bij browsers in dierentuinen.
Het is uitdaging om browsers zoals de bongo, gerenoek, giraf, en okapi te voorzien in een adequate voeding. Deze dieren zijn in het wild, voor een groot deel, of zelfs volledig, afhankelijk van bladeren, bast en twijgjes. Hoewel sommige dierentuinen erin slagen voldoende browse aan te bieden in de lente- en zomermaanden, blijft de voorziening in de winter problematisch. Dit resulteert in een substantiële vervanging van browse door hooi, aangevuld met krachtvoerpellets en groenten (Clauss et al., 2003). Diverse onderzoeken tonen echter aan dat deze manier van voederen de oorzaak is van chronische of subacute pensverzuring. Deze aandoening wordt tevens in verband gebracht met hoefproblemen. Beide aandoeningen vertonen een hoge prevalentie bij browsers in gevangenschap.
Het houden van exotische browsers in dierentuinen gaat in de praktijk met uitdagingen gepaard en deze dieren zijn bovendien vaak met uitsterven bedreigd (IUCN, 2016). Het behoud van een vitale en vruchtbare populatie in gevangenschap is essentieel in hun voortbestaan. In onze maatschappij staat biodiversiteit en conservatie van diersoorten hoog in het vaandel. Dierentuinen spelen hierin een proactieve rol. Gezien het belang van adequate browse voorziening voor de gezondheid en fertiliteit van vele kwetsbare exotische browsers, dringt onderzoek omtrent bewaring van browse zich dan ook op. Inkuilen is een techniek waarbij, onder zuurstofarme omstandigheden en met behulp van additieven, melkzuurbacteriën een biochemisch proces initiëren dat finaal resulteert in een stabiele zuurtegraad in de kuil waardoor het product goed geconserveerd blijft. Deze bewaringstechniek kan een redmiddel zijn om dieren ook in de winter van browse te voorzien
Browse inkuilen vraagt praktische en technische kennis waar sommige dierentuinen reeds ervaring mee hebben en anderen zich nog veel vragen over stellen. De betrokken kennisinstellingen bij dit project monitoren het inkuilproces intensief om de voederkwaliteit van de ingekuilde browse in kaart te brengen. Daarnaast worden in dit project werkbare inkuilprocessen geëvalueerd die tevens toepasbaar in dierentuinen en daarnaast wordt de smaakbeleving in situ bij browsers geëvalueerd. Benieuwd hoe dat in zijn werk gaat? Bekijk dit filmpje!
Dit project wordt uitgevoerd door Odisee Hogeschool in samenwerking met Wageningen UR, Universiteit Gent, Centre for Research and Conservation, , Bellewaerde, Zoo van Antwerpen en Planckendael. De betrokken S4A geassocieerd onderzoeker is dr. Guido Bosch. (Bron)
Gelieve bij overschrijving uw naam en bedrijf te vermelden.
Alvast bedankt voor uw steun.
Eetlust en overgewicht bij katten
Eetlust en overgewicht bij katten
Het is belangrijk dat een huiskat gezond en gelukkig is. Net als bij mensen is overgewicht een risico voor verschillende aandoeningen. Helaas zijn veel van de huiskatten te zwaar, met inschattingen tussen 35 tot wel 59%. Wanneer een kat te zwaar of zelfs obees is, dan is de kans op een veelvoud aan aandoeningen verhoogd. Het welzijn van deze katten wordt zo beperkt en het leven verkort. Om katten gezond ouder te laten worden is het essentieel om meer inzicht te krijgen in de factoren die een rol spelen bij dit welzijnsprobleem. Dat de eigenaar gewoonweg minder moet voeren klinkt als de logische oplossing, maar helaas ligt het niet zo simpel. Katten zijn immers meesters in manipuleren! S4A geassocieerd onderzoeker Guido Bosch is geïnteresseerd in het effect van voedingskenmerken op de regulatie van eetlust bij katten. Is het voer te lekker? Kunnen we het voer zo aanpassen dat de kat zich langer verzadigd voelt? En hoe werkt verzadiging bij katten eigenlijk? Om deze vragen te kunnen beantwoorden is onderzoek nodig. In de praktijk is dat niet eenvoudig. In onderzoek waarin het voedingspatroon van mensen onderzocht wordt kunnen we vragen of mensen honger hebben of zich verzadigd voel. Helaas kunnen wij dit niet aan de kat vragen. Samen met collega’s gespecialiseerd in gedrag trainen wij in dit project katten leren om op een hendel te drukken waarna ze een voerbeloning krijgen. Op deze manier kunnen we motivatie voor voer objectief meten. Door het meten van eetpatronen kunnen we zien of katten anders en meer of minder gaan eten wanneer de samenstelling van het voer verandert. Ook willen we door dit project belangrijke vragen beantwoorden zoals “hoe wordt het voer door de kat verteerd?”, “Hoe lang blijft bijvoorbeeld de maag gevuld?” en kunnen we de maaglediging van katten vertragen zodat het hongergevoel minder snel optreedt? Door onze kennis op het gebied van regulatie van eetlust bij katten te vergroten wil S4A geassocieerd onderzoeker Guido Bosch helpen om via dit science project overgewicht bij huiskatten te voorkomen en het welzijn van onze huiskatten te verbeteren. Natuurlijk helpt de kennisontwikkeling in dit project ook bij aan het verkrijgen van inzicht in de voedingsfysiologie van katachtigen in het algemeen.
Gelieve bij overschrijving uw naam en bedrijf te vermelden.
Alvast bedankt voor uw steun.
Maagdarmgezondheid bij paarden
Maagdarmgezondheid van Paarden
Een goede gezondheid van het maagdarmkanaal is belangrijk voor het welzijn van het paard en de juiste voeding van je paard helpt om het paard gezond te houden. Het niet juist voeren van je paard of verkeerd voermanagement kan leiden tot koliek. Koliek is een verzamelnaam voor pijn in de buik van het paard en een van de belangrijkste ernstige gezondheidsklachten bij paarden. Door een te snelle voerovergang kan bijvoorbeeld het evenwicht in de microben zoals bacteriën die vooral in de dikke en blindedarm van het paard leven worden verstoord. Hierdoor kan de samenstelling van de microbiële populatie veranderen met als gevolg dat overmatige gasvorming optreedt. Deze gasvorming kan leiden tot koliek. Naast dat verkeerd voeren gezondheidsproblemen kan veroorzaken, kan het voeren van specifieke voedermiddelen aan paarden die een maagdarmprobleem hebben of hiervoor gevoelig zijn juist helpen om paarden gezond te houden. Helaas is er beperkt kennis over de relatie tussen de maagdarmgezondheid en voeding bij het paard. Vooral over de processen in de achterdarm van het paard is weinig kennis beschikbaar omdat het in de praktijk lastig is om de relatie tussen voeding & koliek en het effect van voedermiddelen te bij paarden te onderzoeken. Terwijl de achterdarm, het fermentatievat waar ruwvoer gefermenteerd wordt, een zeer belangrijke rol in het paardenlichaam vervult. Dr. Wilbert Pellikaan werkt samen met andere onderzoekers aan de ontwikkeling van een zogenaamd “in vitro” gasproductie model dat de vertering van voedermiddelen in de (achter)darm van het paard nabootst. Als dit model verder ontwikkelt kan worden, kunnen experts verder inzicht krijgen in de effecten die voedermiddelen op de microflora van het paard hebben. Daarnaast kan specifiek onderzocht worden in dit model hoeveel gasproductie en welke gassen (en andere stoffen) gevormd worden en voorspellen hoe deze eindproducten van de fermentatie de darmgezondheid vervolgens kunnen beïnvloeden. Zo kan een screening plaatsvinden van voedermiddelen of andere stoffen die een positief, neutraal dan wel negatief effect hebben. Denk bij stoffen bijvoorbeeld aan anti-, pre- en probiotica en andere additieven die ook in een dergelijk model zouden kunnen worden gescreend. Met die kennis kunnen we meer inzicht krijgen in de verteringsprocessen van het paard en aandoeningen die hieraan gerelateerd zijn. Bij dit project zijn naast Dr. Wilbert Pellikaan ook andere onderzoekers betrokken van bijvoorbeeld de Faculteit Diergeneeskunde (Dr. David van Doorn, Universiteit Utrecht). Wanneer het model verder ontwikkeld is kunnen samen met dierenarts)-onderzoekers verdere studies plaats vinden i.h.k.v. maagdarmgezondheid van paarden.
Dit onderzoek is gelieerd aan andere onderzoeksprojecten zoals het EquianFun project waarin de verschillen tussen microflora van paardachtigen onderzocht zijn. Het EquiAnFun project is inmiddels afgerond.
Gelieve bij overschrijving uw naam en bedrijf te vermelden.
Alvast bedankt voor uw steun.
De ontwikkeling van thuis-testen voor kwaliteit van huisdiervoeding
Omdat kwaliteit van honden- en kattenvoeding hoog in het vaandel staat worden nieuw ontwikkelde voedingen getest op verschillende kwaliteitsaspecten. Hierbij wordt onder andere getest hoe goed de voeding verteerd kan worden en hoe smakelijk de voeding is. De huisdiereigenaar heeft een belangrijke rol in het beoordelen van deze kwaliteitsaspecten. Echter, verterings- en smakelijkheidstesten van honden- en kattenvoeding worden nog weinig bij huisdiereigenaren thuis uitgevoerd. Door samenwerking met huisdiereigenaren kan in een real-life situatie zeer waardevolle en relevante informatie verkregen worden over de kwaliteit van een voeding.
Doordat elk huisdier en elk huishouden uniek is, staan we voor een uitdaging wat betreft het standaardiseren van testen in de thuissituatie. Samen met huisdiereigenaren en hun huisdier krijgen we met dit project meer inzicht in de vereisten voor het uitvoeren van thuis-testen. Een belangrijk vraagstuk die onderzocht wordt is bijvoorbeeld welke factoren er zorgen voor verschillen in de uitkomsten van een test. Denk hierbij aan de invloed van het individuele huisdier en de omgeving en de rol van de huisdiereigenaar. Daarnaast wordt er inzicht verkregen in de voorwaarden, zoals hoeveel honden of katten en hoeveel metingen er nodig zijn om een accuraat antwoord op de onderzoeksvraag te krijgen.
De ontwikkeling van goede protocollen om de kwaliteit van honden- en kattenvoeding in de thuissituatie te testen draagt bij aan het verbeteren van de standaard voor deze testen. Daarmee verlagen we de behoefte om honden en katten in een gestandaardiseerde huisvesting te houden en verbeteren we de kwaliteit van huisdierenvoeding.
Dit project wordt uitgevoerd door Wageningen University & Research en mede mogelijk gemaakt door Stichting Better Pet World en partners. De betrokken S4A geassocieerde onderzoeker is dr. Guido Bosch. Zie ook www.betterpetworld.com voor meer informatie of volg het project op Facebook
Op 30 november 2023 hoopt Evelien Bos te promoveren en zal dit project worden afgerond.
Foto: Judith Jockel
Project onder supervisie van S4A onderzoeker Guido Bosch
Gelieve bij overschrijving uw naam en bedrijf te vermelden.
Alvast bedankt voor uw steun.